Maandelijks archief: januari 2022
Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren
Umberto Saba
.
Wanneer het bijna Poëzieweek is en ik voor mijn boekenkast sta en daar de bundel ‘Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren’ zie staan word ik vanzelf nieuwsgierig. Tenslotte is de natuur het thema van deze Poëzieweek. In 1990 verscheen bij uitgeverij Bert Bakker de dikke bundel met die titel, met als ondertitel ‘De Westeuropese poëzie in honderd gedichten’. Niks natuur dus.
In de bundel gedichten van honderd vertaalde gedichten van West Europese dichters door de eeuwen heen bijeengebracht door Peter Verstegen. In zijn voorwoord schrijft Peter dat het hier toch vooral poëzie betreft primair uit het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Spaans. De andere taalgebieden zijn naar zijn mening steeds te klein om vertaald te worden. Nu is daar best iets tegen in te brengen maar in grove lijnen heeft hij wel een punt, zeker als het om bekende en beroemde dichters en gedichten gaat.
Daarom dus ook veel bekende namen als Goethe, Heine, Rilke, Rimbaud, Verlaine, Yeats, Auden, Keats en Shakespeare. Maar ook wat minder bekende namen als bijvoorbeeld de Italiaanse dichter Umberto Saba (1883 – 1957). De gedichten van Saba kenmerken zich door soms banale, soms uiterst verfijnde beeldentaal. Vaak vormen zijn dochter Lina of andere familieleden het onderwerp, maar hoogtepunten in zijn werk zijn de gedichten waarin hij zijn gevoelens ten aanzien van mannen uit.
In de bundel staat het gedicht ‘La Capra’ of ‘De geit’ en in het kader van het thema van de Poëzieweek koos ik voor dit gedicht, al heeft het gedicht een veel diepere lading. De half Joodse Saba leidt tijdens zijn leven aan vele psychische problemen.
.
De geit
.
Ik heb met een geit staan praten.
Alleen in de wei, van het grazen zat,
en van de regen druipend nat,
stond zij aan een lijn en blaatte.
.
Dat gelijkblijvend blaten was aan mijn
verdriet verwant. Ik antwoordde, eerst voor
de grap, toen omdat pijn er steeds zal zijn
en maar één stem heeft, zonder onderscheid.
Die stem klonk door
in de klacht van een eenzame geit.
.
Uit een geit die joodse trekken heeft
klonk het klagen van alle andere pijn,
al het andere dat leeft.
.
Dickinson en van Strijtem
Lezing over Emily Dickinson
.
Ik herinner mij een bezoek aan een museum in Nottingham waar ik bij de ingang kleine (A6) zelfgemaakt mini tijdschriftjes tegen kwam. Die mini magazines waren later de aanleiding en inspiratie voor MUGzine, het leukste en meest eigenwijze mini poëziemagazine van Nederland en Vlaanderen. Op één van die kleine Engelse periodiekjes was een beroemde foto in zwart/wit van Emily Dickinson afgedrukt. Op de voorkant van elk deeltje stond zij. De maker van dit tijdschriftje was kennelijk een groot bewonderaar van de Amerikaanse dichter Dickinson.
Emily Dickinson (1830 – 1866) is het onderwerp van een lezing van bewonderaar Ivo van Strijtem in de Poëzieweek. Op donderdag 27 januari zal hij in de bibliotheek van Zwijndrecht (Binnenplein1 aldaar) in Vlaanderen tussen 19.00 en 21.00 een lezing geven over “Deze schuchtere én koppige vrouw uit Massachusetts. Ze schreef zo onnoemelijk verrassend, hartstochtelijk én beheerst, intiem én wereldomvattend over leven, liefde en dood. Beschut door de eenzaamheid maakte ze de poëzie onaantastbaar.” Meer informatie over deze lezing en hoe je je kan aanmelden vind je hier.
Geen bericht over de Poëzieweek zonder gedicht dus daarom van Dickinson een gedicht dat het thema van deze Poëzieweek raakt, gepubliceerd in ‘Youth’s Companion’ in 1898.
.
Were nature mortal lady
.
Were nature mortal lady
Who had so little time
To pack her trunk and order
The great exchange of clime –
.
How rapid, how momentous –
What exigencies were –
But nature will be ready
And have an hour to spare.
.
To make some trifle fairer
That was too fair before –
Enchanting by remaining,
And by departure more.
.
Verdraaid
Dichter bij Zuid-Holland
.
Naast de dichter des vaderlands, legio stads-, dorps- en regiodichters en een paar campusdichters, heb je in Nederland ook een provinciedichter. Voor zover ik weet is het er één, of had moet ik eigenlijk zeggen want Etwin Grootscholten was van 2016 t/m 2021 provinciedichter van de provincie Zuid-Holland.
Etwin is tevens beleidsambtenaar bij de provincie en eind 2021 verscheen een verzameling van de gedichten die hij schreef in zijn periode als provinciedichter in de bundel ‘Dichter bij Zuid-Holland’. De bevat een voorwoord van de commissaris van de Koning Jaap Smit, drie hoofdstukken met titels: Ceremonie, Buiten en Och, mensen en een nawoord van de dichter zelf. De bundel is niet in de handel verkrijgbaar maar wordt als relatiegeschenk ingezet door de provincie.
In het nawoord beschrijft Etwin een aantal gelegenheden waarbij hij als provinciedichter gevraagd en ongevraagd gedichten bij schreef. Officiële gelegenheden met de commissaris van de Koning, met Prinses Beatrix, nieuwjaarsrecepties, toespraken, maar ook bij gelegenheden zoals het Prinsjesfestival en de opening van het paviljoen van de provincie en de gemeente Rotterdam voor de Chongming World Flower Expo 2021.
Dan de gedichten in de bundel. De gedichten zijn heel wisselend, sommige verhalend, duidelijk geschreven voor een speciale gelegenheid, andere weer heel persoonlijk zoals in het gedicht ‘Herdenken’: Uit hun schoten / is mijn leven gevallen, of in het gedicht ‘Geen komen & gaan’: dat ik zie / dat ik niet voor alles en iedereen wegeb / dat ik er ben voor een ander / in een weidser leven.
Er staan ook een aantal gedichten in de bundel die zijn geschreven naar aanleiding van de Corona pandemie; over de Corona teams, zijn eigen ervaring met Corona en over hoe we als maatschappij met Corona omgaan. Wat mij opvalt is de veelzijdigheid in vorm en inhoud van de gedichten van Etrwin. Er staan kernachtig geformuleerde (extreem hermetisch vermeldt de achterflap, ik vind dat erg meevallen) tot prozaïsche gedichten zoals het gedicht ‘Helder’ en ‘De toekomst van Zuid-Holland II. Opvallend is ook, dat de gedichten die meer gelinkt zijn aan een ceremonie of een officiële gebeurtenis, langer zijn dan de meer persoonlijke vrije werken.
Al met al heb ik de bundel met veel plezier gelezen. Juist door de afwisseling in vorm en inhoud. Dat Etwin ook over een poëtische stem beschikt is duidelijk. Dat de bundel, juist doordat er een duidelijke opdrachtgever was, minder geschikt is voor de handel maar juist heel goed als relatiegeschenk, heeft me tijdens het lezen zeker niet in de weg gezeten. Waarmee ik maar wil zeggen dat (een groot deel van) deze poëzie een groter publiek verdient. Uit de bundel koos ik voor het gedicht ‘Verdraaid’.
.
Verdraaid
.
dijken van kinderen heb ik
ze roeien hun armen als wieken
malen meel en drogen polders
er wordt naar heb gekeken
zoals de wereld kijkt naar Kinderdijk
stiekem voor de pracht van het al
en later pas het weten
waar het in de wind allemaal om draait:
.
een hemel doorklieven
met een praktisch doel
.
De wet van Buys Ballot
Poëzie voor beta’s
.
Dat poëzie vele moeders (en vaders!) kent mag duidelijk zijn; poëzie is er in allerlei maten, vormen, verschijningsvormen, over allerlei onderwerpen en voor elk wat wils. Hoewel poëzie onder de letteren valt en daarmee een uitgesproken Alfa aangelegenheid lijkt te zijn, is er voor Beta’s natuurlijk ook genoeg om van te genieten. Denk bijvoorbeeld aan het werk van dichter en wiskundige Gerrit Krol of aan zijn poëzie als programmeertaal. In 2020 verscheen bij Stichting Galileo van de hand van Tom Rigters de bundel ‘Poëzie voor beta’s’ de wereld verklaard in 5π2+i2 gedichten.
De gedichten in deze bundel gaan over exacte wetenschappen. Zoals architectuur, astronomie, biologie, farmacie, geneeskunde, geografie, landbouwwetenschappen, logica, meteorologie, milieukunde, natuurkunde, neonatologie, relativiteit, ruimtevaart, scheikunde, technische wetenschappen en wiskunde. Specifieker behandelen ze actuele thema’s maar ook bijzondere onderwerpen. Denk aan de grote griep, marsreizen, gescheiden afval, brexit, aardgaswinning, zeespiegelstijging, ecoducten, windturbines, marathonlopen, watervoetafdruk, tatoeages en vergeten groenten. Maar ook over mysteries als de vierkantegatenboor, graancirkels, de massa van een volle batterij, lopen over water, de gulden snede, het einde der tijden en (mijn favoriet) de olifantenkantelaar.
Op de website van de bundel lees je over de verschillende gedichten meer achtergrondinformatie. Ook is elk gedicht van een verklarende tekst en tekening voorzien. Zoals ook bij de reacties op de bundel te lezen is zijn de gedichten vaak geestig en puntig eerder dan heel poëtisch maar zeker de moeite waard voor beta’s en andere liefhebbers. Het openingsgedicht uit de bundel gaat over de wet van Buys Ballot.
.
De wet van Buys Ballot
.
Als je fietst met tegenwind
met vlagen wind in je gezicht
en als een lagedrukgebied
zich aan je linkerhand bevindt
en aan je rechterzijde ligt
weer juist een hogedrukgebied
dan zegt de wet van Buys Ballot
gewis dat het zo wezen mot
dat jij nu op het zuidelijke
halfrond aan het fietsen bent
.
want Buys Ballot heeft onderkend
en heel nauwkeurig vastgelegd
dat niet de wind van hogedruk ge-
lijk naar lage druk toe waait
de wind buigt af en gaat nooit recht
zolang de aarde rondjes draait
.
Klaaglied
Stevie Smith
.
Lezend in de bundel ‘Vrienden zonder grenzen’ liedteksten & gedichten over vriendschap, uit 1993, samengesteld door Henk van Zuiden en Emanuel Overbeeke, stuitte ik op een gedicht van Stevie Smith. De Engelse dichter en schrijfster Stevie Smith (1902-1971) ken ik sinds ik Joris Lenstra het prachtige gedicht Not Waving But Drowning bij een podium van Ongehoord! hoorde voordragen.
In dit geval betrof het haar gedicht ‘Klaaglied’ dat oorspronkelijk verscheen in ‘Collected Poems of Stevie Smith’ in 1972 maar in vertaling werd opgenomen in de bundel Spiegel van de Engelse poëzie uit de gehele wereld deel twee: dichters van de twintigste eeuw’. Ik bleef bij dit gedicht hangen door de naam van Stevie Smith maar ook zeker door de titel. We leven in een tijd waarin er veel, heel veel geklaagd wordt. Terecht of onterecht, daar wil ik van wegblijven maar geklaagd wordt er. In het gedicht ‘Klaaglied’ beschrijft Smith een berusting die haar van haar angsten weghoudt. Die positieve boodschap lijkt me een goed advies in moeilijke tijden.
.
Klaaglied
.
Door een vriend van een vriend proef ik vriendschap,
door een vriend van een vriend liefde,
geestelijk in verwarring,
heb ik jarenlang gevochten,
maar nu weet ik dat ik vriendschap
nooit dichter zal naderen
dan een vriend van een vriend,
liefde nooit dichter dan de liefde van een vriend.
.
De donkere nacht in
ga ik berustend,
ik ben niet bang voor de donkere nacht
als de vrienden die ik niet ken,
ik ben niet zo bevreesd voor de nacht hierboven
als voor de vrienden hier beneden.
.
Wonderbaarlijke maand
Ramsey Nasr
.
Op 4 januari 2022 schreef ik over de Poëzieweek en over het motto ‘bloesemingen en overvloed’ dat uit een gedicht van Ramsey Nasr (1974) werd genomen. Het betreft hier het gedicht ‘wonderbaarlijke maand’ uit de bundel ‘onhandig bloesemend’ gedichten uit 2006. Om nog iets vollediger te zijn wil ik het gedicht hier delen waarin ik een verwijzing lees naar het gedicht ‘Mei’ van Herman Gorter (1864 – 1927) één van de Beweging van Tachtig (beter bekend als de Tachtigers). In het taalgebruik en de thematiek van Nasr wordt de verwijzing nog eens versterkt in het gedicht ‘wonderbaarlijke maand’.
.
wonderbaarlijke maand
.
dat was in de wonderbaarlijke maand
van bloesemingen en overvloed
toen mijn borstkas opstoof als papaver
ribben in sierpennen uitwaaierden
mei mijn magere taal openbrak
vergelijkingen vrat als vuur water
.
ik schaamde mij diep naar poldergewoonte
in loden jas tussen druppel en wind
ongevoelig bij takken struikgewas doornen
had ik licht opgevat
ik wreef haar in
en doorzichtig vernederend fonkelniezen
kwam over mij o wonder daar ging ik
men zou van minder uit schamen gaan
maar dit was mijn ziekte baarlijke liefde
.
Vakantieliefde
Dubbel-gedicht
.
Over reizen en over liefde zijn vele gedichten en zelfs bundels vol geschreven. Gedichten over liefdes op reis zijn wat schaarser. Maar ze zijn er. Daarom vandaag in de categorie ‘Dubbel-gedicht’ de vakantieliefde, of in dit geval de vakantieflirt want de liefde is kort, vluchtig maar intens.
Het eerste gedicht is van Esther Jansma (1958) en is getiteld ‘Vakantie-flirt’. Het gedicht komt uit het literair tijdschrift ‘De Tweede Ronde’ uit 1985. Het tweede gedicht is van Simon Carmiggelt (1913-1987) en is getiteld ‘Verliefde reiziger’. Het gedicht komt uit ‘De gedichten’ uit 1999.
.
Vakantie-flirt
.
Witter dan zout ligt boven zee
het labyrint van oude trappen
waar wij, bij toeval uit de nacht
ontstaan, de ronde van toeristen
gaan en pizza eten.
.
Ons gesprek spoelt af en aan
tegen de stadsmuur van Sperlonga.
.
Wat jouw gezicht voor mij betekent
blijft onzeker, wel weet ik
hoe in dit licht mijn lichaam staat
en hoe jij rekent.
.
Verliefde reiziger
.
In ’t kust-pension kwam liefde hem bezoeken.
Zij at haar visje en zijn hart werd warm.
De zoutpot gaf hij haar met blijde charm
en hij sprak Engels zonder een woord op te zoeken.
.
Zijn lieven thuis geraakten in het duister,
want in zijn knieën kwam een oud gevoel.
Hij schertste wervend naar zijn zondig doel.
Zijn nieuwe pak gaf hem ’n ongekende luister.
.
Eerbiedig keek ze naar de stempels in zijn pas,
het werd haar prentenboek – een meisjesdroom.
Haar kus bleek kinderlijk; het vreemd idioom
dwong hem alleen te melden dat ze lovely was.
.
Bij ’t afscheid werd geweend; op zo’n station
spant alles samen tegen een romantisch slot.
Hij reed naar huis en voelde zich een vod,
maar leerde spoedig, dat hij snel vergeten kon.
.




















