Site-archief

Kerstmis

Duo Duo

.

Vandaag is het eerste Kerstdag en dan kan ik natuurlijk niet zomaar een gedicht plaatsen. Daarom vandaag op deze feestdag een gedicht van de Chinese dichter Duo Duo. Duo Duo of Duoduo (1951) is de pseudoniem van de Chinese dichter Li Shizheng (栗世征), een prominent exponent van de Chinese Misty Poets, een groep dichters uit de 20e eeuw die reageerden tegen de beperkingen op kunst tijdens de Culturele Revolutie. Ze worden zo genoemd omdat hun werk officieel is veroordeeld als obscure, mistige of wazige poëzie door de Chinese machthebbers. Duo Duo wordt gezien als een van de meest spraakmakende Chinese dichters van na de Culturele Revolutie.

Zijn eerste gedichten verschenen begin jaren ’80 in tijdschriften en bloemlezingen. De publicaties volgden op een donkere periode in zijn leven. Midden jaren ’70 was hij teruggekeerd van het Chinese platteland, waar hij langdurig werd ‘tewerkgesteld’  om ‘van de boeren te leren’. In 1980, na jaren werkeloos geweest te zijn en een baantje als bibliotheek-assistent, besloot hij krantenverslaggever te worden.

Op de avond van de studentenopstand op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 dat neer werd geslagen door de machthebbers, verliet Duo Duo voor het eerst China, op uitnodiging van Poetry International in Rotterdam. Sindsdien verblijft hij in ballingschap met vele andere Chinese kunstenaars in het Westen.

Zijn poëzie werd in vele landen vertaald, ook in het Nederlands waar hij woonde en werkte (evenals in het Verenigd Koninkrijk en Canada). In 1991 verscheen zijn bundel ‘Een schrijftafel in de velden’ en in 1996 ‘Er is geen nieuwe dag’ bij uitgeverij Meulenhoff. In 2004 verhuisde hij terug naar China om daar les te gaan geven aan de Hainan universiteit.  Duo Duo werd in 2010 onderscheiden met de Neustadt International Prize for Literature.

In 2000 verscheen zijn derde dichtbundel in Nederland getiteld ‘Het oog van de stilte’. De vertaling werd gedaan door Silvia Marijnissen en Jan A.M. De Meijer. In deze bundel werd recent werk en ouder werk opgenomen, waarmee een periode van dertig jaar dichterschap wordt beschenen. De illustraties, tekeningen, in de bundel zijn ook van de hand van Duo Duo.

terug naar Kerstmis, in deze bundel staat het gedicht ‘Kerstmis’ dat werd vertaald door Silvia Marijnissen.

.

Kerstmis

.

dezelfde tafel, dezelfde cadeaus

appels rollen  rond de kaars

alles op tafel is toverij

.

maar wie belet ons te praten

belet ons te groeten

wie?

.

de appels rollen van de tafel

vallen op een stoel

een lege stoel

mama –

.

is er niet meer.

ogenblikken die we allemaal kennen

.

Weerzien

Irina Ratoesjinskaja

.

Hoewel ik soms de neiging heb om alles wat Russisch is te willen vermijden door het brute regime dat daar heerst, merk ik toch ook dat juist de Russische poëzie me blijft bekoren. Zolang deze ver weg blijft van alles wat politiek is (en dat is in de meeste gevallen zo) en je gedichten van Russische dichters op zijn merites kan beoordelen, valt er veel moois te lezen en te genieten.

Een voorbeeld daarvan is de dichter Irina Ratoesjinskaja (1954-2017). Ze werd geboren in Odessa (wat nu in de Oekraïne ligt maar toen deel uit maakte van de Sovjet Unie) waar ze studeerde (natuurkunde). De familie van haar moeder was afkomstig uit Polen: haar overgrootvader van moederskant werd kort na de opstand van januari 1863 tegen de gedwongen dienstplicht in het Russische keizerlijke leger vanuit Polen naar Siberië gedeporteerd. Dit heeft haar gevormd want in 1982 werd Irina gearresteerd en beschuldigd van anti-Sovjet-agitatie omdat ze haar dichtbundels had geschreven en verspreid. Deze beschuldigingen waren zeer gekleurd. Irina schreef over mensenrechten, vrijheid en de schoonheid van het leven, zaken die genoeg waren om iemand in een strafkamp op te sluiten voor langere tijd.

Dat gebeurde dan ook, ze werd veroordeeld tot zeven jaar in een werkkamp onder streng regime (de maximum straf), gevolgd door vijf jaar interne ballingschap. Na drie en een half jaar gevangen te hebben gezeten, waarvan een jaar in eenzame opsluiting in een onverwarmde cel, terwijl de temperatuur in de winter daalde tot min 40 graden Celsius, werd ze op 9 oktober 1986 vrijgelaten, aan de vooravond van de top in Reykjavík, IJsland, tussen president Ronald Reagan en Michail Gorbatsjov. Op het internationale PEN-congres in januari 1986 in New York werd een oproep gedaan tot vrijlating van Irina Ratoesjinskaja. Ratoesjinskaja was lid van de Internationale PEN, die haar situatie tijdens haar opsluiting in de gaten hield.  In juli 1986 werd tijdens het zeventiende Poetry International festival te Rotterdam het jaarlijkse eregeld aan haar toegekend. Deze twee zaken hebben ongetwijfeld geholpen bij haar vrijlating.

Terwijl ze gevangen zat, bleef Ratoesjinskaja poëzie schrijven. Haar eerdere werken concentreerden zich meestal op liefde, christelijke theologie en artistieke creatie, niet op politiek of beleid, zoals haar aanklagers beweerden. Haar nieuwe gedichten, die in de gevangenis zijn geschreven, werden met een lucifer op zeep geschreven, waarna ze ze uit haar hoofd leerde om vervolgens te worden weggespoeld. In totaal ruim 150 gedichten. In 1987 verhuisde ze naar de Verenigde Staten waar ze tot 1989 zou blijven wonen. In 1987 werd haar de Russische nationaliteit ontnomen door de Russische overheid. Daarna woonde ze tien jaar in Londen waarna ze, na een jaar procederen in Rusland, in 1998 haar nationaliteit terugkreeg en terug verhuisde naar Rusland. Daar woonde ze tot ze overleed aan kanker in 2017.

In haar memoires ‘Gray is the Colour of Hope’ beschrijft ze haar gevangeniservaring. Haar latere gedichten vertellen over haar strijd om de ontberingen en verschrikkingen van het gevangenisleven te doorstaan.  In 1987 verscheen in een vertaling van Kristien Warmerhoven, de bundel ‘Aan allen’ van Ratoesjinskaja. Uit deze bundel nam ik het gedicht ‘Weerzien’.

.

Weerzien

.

We zullen wel nooit kunnen doorgronden

waarmee het lot ons morgen verblijdt.

We moeten koelbloedig blijven in nood,

en onze kalmte bewaren bij het afscheid.

Doe je best om te lachen, en kijk me recht aan-

opdat we dit beeld van elkaar bewaren!

Wij mogen onszelf nog niet laten gaan,

we zijn nog niet door de eerste ronde.

Ik mag nog niet als een volksvrouw gaan janken

op jouw schouder, die hard is van pijn.

Vijf minuten- dan sluiten ze me weer op

achter deuren van een nieuwe scheiding.

Rammel maar sleutels: onze ziel gaat niet kapot

aan een paar stempels op een retourbiljet!

Maar het ogenblik nadert- en als hoeveel eeuwen

tellen voor ons die vijf wrede minuten?

.

De containers

Frank Koenegracht

.

Erotische gedichten zijn er in vele soorten en maten. Sommige zijn geschreven  op een plant (jawel), andere zijn eigenzinnig, weer andere zijn lustig en er zijn er ook die uitbundig zijn. Maar er zijn er ook waar je een gedicht een paar keer goed voor moet lezen, om precies door te krijgen waarover het hier gaat, en wat de erotische lading (die je bij het voor het eerst doorlezen wel voelt maar misschien niet meteen snapt) precies is.

Zo’n gedicht is het gedicht ‘De containers’ van Frank Koenegracht (1945) uit zijn bundel ‘De verdwijning van Leiden’ uit 1989. Voor wie het niet kent, de Candy was in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw een pornoblaadje.

.

De containers

.

Op mijn velden bloeien ze.

Langs de vondelingeweg

waar de bus kruipt

in zijn rode stofjas.

.

Als de avond valt verschijnt

hun oppasser, de herder van hun

opstapelingen en straten.

.

In zijn houten hut bij zoutlicht

leest hij Candy en later als de kranen

en hun kleine kopjes

.

silhouetten zijn, slaan nevels in

zijn knieën met hamertjes.

Maar Candy is warm en dist

.

dampende schotels op,

blaast zachtjes in het oude haventje

van zijn bekken… brrrrr.

.

De oppasser, klaarkomend, vliegt

op nachthemden klapwiekend van zaad,

bijna russisch,

naar zijn lampje in de hemel.

.

Of de macht van het woord

Drs. P

.

Dichtbundels zijn er vele vormen en dikten, saai vormgegeven tot verrassend vormgegeven, rechthoekig, vierkant tot soms zelfs schuin in de band. Ik ben sinds kort in het bezit van een dichtbundeltje dat in je binnenzak past. Een lang reepje van 20 cm lang en 6 cm breed. Het is het door Wolters bijzonder vormgegeven bundeltje ‘Esmeralda’ of de macht van het woord van Drs. P (1919 – 2015). In 1989 werd dit bundeltje met stevige kartonnen kaft, aangeboden aan alle taaldocenten in Nederland als dank voor de bijna 100 jaar lange betrokkenheid bij de ontwikkeling van Wolters’ Woordenboeken.

Drs. P begint deze bundel met een ingeleide waarin hij de beperkingen die Wolters’ hem oplegt uit te leggen (formaat van de bundel). Zo schrijft hij: “Korte regels / moest ik hebben / door elkaar / een woord of drie / wat zich daarbij / onweerstaanbaar / opdrong / was de poëzie.

En verderop: “Maar sonnetten / en rondelen / zijn voor dit formaat / niets waard / noch kwatrijnen / villanellen / en balladen / uiteraard.”

Hij benoemt de vorm waarvan hij zich bediend de Spicht. Een paar regels: “Een woord van vier lettergrepen / plaatst u steeds / in regel 6”  en 8 regels. Als voorbeeld schrijft hij: “uren, dagen / maanden, jaren / vlieden als / een schaduw heen / ambtenaren / uitgezonderd / geldt die wet / voor iedereen.”

Een kostelijk klein bundeltje kortom. Als volledig gedicht koos ik ‘Raamvertelling’.

.

Raamvertelling

.

Jantje zag eens

Pruimen hangen

(zo begon het

Zangbetoog) –

Levensgroot en

Allersappigst

Maar ze hingen

Veel te hoog

.

“Plukken mag ik niet”

Dacht jantje

“Zou ik dan

Om één of twee

Handvol pruimen

Ongehoorzaam 

Wezen? 

Ja, een goed idee”

.

Hoe de vruchten

Te bereiken

Goede raad

Was hier te duur

Jantje nam een

Opsteekladder

Bij zijn vader 

Uit de schuur

.

Menend dat

Zijn handelswijze

Niets te wensen

Overliet

Dank zij goede

Brandpreventie

Miste men

Zo’n ladder niet

.

Jantje klom

Gezwind naar boven

En hij naderde

Alras

Het niveau waar

Veelbelovend

Ooft ruimschoots

Voorradig was

.

Maar temidden

Van dit voedsel –

Naar bij nader inzien

Bleek – 

Zat een oude

Neushoornvogel

Die hem 

Vreugdeloos bekeek

.

“Heeft dit dier”

Zo peinsde Jantje

“Iets boosaardigs

In de zin?

Nu, hier is mijn

Zakagenda

En daar

Staat het vast wel in”

.

Plotseling 

Weerklonken kreten

Want er was iets

Aan de hand

Ja, hij hoorde

Zevenstemmig

“Brand! Brand! Brand!

Brand! Brand! Brand! Brand”

.

Ode aan de jonge flandriens

Patrick Cornillie

.

Nu de Tour de France nog maar net gestreden is, kom ik een wielergedicht tegen op een ongebruikelijke plek namelijk op een bierfles. In 2017 verscheen van de Vlaamse dichter, schrijver en journalist Patrick Cornillie (1961) een gedicht op een bierfles van het merk Kwaremont. Een limited edition (van maar liefst 40.000 stuks!) met het gedicht ‘Ode aan de jonge flandriens’ van Cornillie en met een tekening van Frans Dejonckheere. Een flandrien is een wielrenner die een wielerwedstrijd hard maakt door voortdurend te kiezen voor de aanval en te blijven rijden totdat hij oververmoeid de streep bereikt. Patrick Cornillie is dan ook vooral een wielerschrijver en -dichter.

Ik schreef al eerder over wielergedichten van Anne Baaths en van Cornillie maar nog niet eerder in combinatie met één van de leukste categorieën op dit blog ‘gedichten op vreemde plekken’. Er werden in 2017 drie van die speciale Kwaremont-flesjes gelanceerd; op de andere twee staan de beeltenis van Tiesj Benoot en Edward Theuns, twee Belgische wielrenners.

Je kreeg de biertjes gratis bij Het Nieuwsblad, samen met de wielergids 2017. Enkele van die flesjes Kwaremont hadden trouwens een unieke code op de achterzijde. Wie een exemplaar in handen kreeg, maakte kans op een duo-ticket om de Ronde van Vlaanderen live mee te maken vanaf de eerste rij in het Kwaremont Koerse Kaffee Deluxe aan de voet van de Oude Kwaremont. Ik zeg een prachtig initiatief al vraag ik me af of zoiets, de combinatie van gratis bier weggeven bij een wielerwedstrijd én poëzie in Nederland zou kunnen.

Cornillie debuteerde in 1989 met de bundel ‘De draagwijdte van het heden’ en schreef sindsdien vele dichtbundels, fietsgidsen, sportboeken en proza. Zijn werk werd verschillende malen onderscheiden, zo kreeg hij onder andere poëzieprijzen in Halle, Harelbeke, Keerbergen en Ronse, de Yang Poëzieprijs en de Julia Tulkens Poëzieprijs. Het gedicht van Patrick Cornillie op de bierfles van Kwaremont lees je hieronder.

.

Ode aan de jonge flandriens

.

Gemaakt zijn ze, voor de koers,

gebeiteld voor wind en kasseien.

Het hoofd vol van bloemenmeisjes,

zegeroes en adrenaline in de dijen.

.

Gebrand op de Broektestraat, de kick

als eerste de Kwaremont op te stomen.

Want ongedurig zijn ze en al wielergod

in het diepste van hun velodromen.

.

Ver Vers app

Lies van Gasse, Vicky Francken

.

In opdracht van de bibliotheek Midden Brabant, literair productiehuis TILT en de universiteit Tilburg, ontwikkelde Jeroen Braspenning samen met dichter Vicky Francken (1989) en dichter, kunstenaar en stadsdichter van Antwerpen Lies van Gasse (1983), de Ver Vers app. Met deze app maak je in een handomdraai je eigen graphic poem, of grafisch gedicht. Je doet dit met zinnen die Vicky Francken heeft geschreven en illustraties van Lies van Gasse.

Natuurlijk heb ik een poging gewaagd en ik heb hier een filmpje van gemaakt. Helaas kan ik die hier niet uploaden maar probeer het zelf maar eens een keer, het is de moeite waard.

.

Ik ben mijn zwemkleren vergeten,

de buren zijn niet thuis

twee is het kleinste begin van meer

het liefst zou je het smelten remmen

maar ik loop al zo lang

er brandt licht in een huis dat niet meer bestaat

waar woon je? laat me los, ik heb je gezien

valt er iets te vieren?

.


.

Tussen droom en daad

Eddy van Vliet

.

In een Vlaamse kringloopwinkel kocht ik de bundel ‘Tussen droom en daad’ De 200 bekendste gedichten uit de Vlaamse poëzie van de middeleeuwen tot nu, uit 1989 (wat ‘nu’ dan gelijk in een zeker perspectief plaatst). De bundel is samengesteld door dichter Eddy van Vliet (1942-2002). De bundel is opgehangen aan de versregel “tussen droom en daad staan wetten in den weg en praktische bezwaren” uit ‘Het Huwelijk’ van Willem Elsschot.

Op de achterkant van de bundel lees ik dat iedereen wel een aantal versregels uit het hoofd kent (dat klopt denk ik wel), maar wie herinnert zich het vervolg, of weet waar het bewuste gedicht te vinden is? Dat was de reden dat het PoëzieCentrum Eddy van Vliet vroeg op zoek te gaan naar de 200 meest geciteerde gedichten uit de Vlaamse poëzie. Als laatste regel staat er dan nog: “Hoewel bezwaard met de ballast van de actualiteit, maken vele versregels deel uit van ons collectief geheugen. Met deze bloemlezing wil Van Vliet deze poëtische kennis opfrissen en bewaren”. Een nobel streven en volgens mij goed gelukt.

Omdat het altijd moeilijk kiezen is uit 200 gedichten heb ik dan maar gekozen voor een gedicht van Eddy van Vliet zelf. Het betreft hier het gedicht ‘Verliefd’, oorspronkelijk gepubliceerd in de bundel ‘De binnenplaats’ uit 1987,  een heerlijk realistisch gedicht over verliefd zijn.

.

Verliefd

.

Zo gaat het, zo ging het en zo zal het altijd gaan.

Afspreken in cafés op de sluitingsdag.

Aan de verkeerde zijde van bruggen staan.

Tussen duim en wijsvinger, als brandende as,

het fout begrepen telefoonnummer.

Parken te nat, hotels te vol, Parijs te ver.

Liefde als een veelvoud van vergissingen.

.

Onbeholpen woorden als zoëven op zak en

zoveel zin om, los van de wetten

van goede smaak en intellect, te schrijven

dat van de stad waar je elkaar voor het eerste zag,

een plattegrond bestaat, waarop een kus,

die het nauwelijks was, geregistreerd werd.

.

Hamlet

Willem M. Roggeman

.

De Vlaamse dichter, schrijver, essayist Willem M. Roggeman (1935) mag dan niet zo bekend zijn in Nederland, in België is hij een grote dichter. Roggeman studeerde aan het Koninklijk Atheneum te Etterbeek waar hij de dichter Erik Van Ruysbeek als leraar Nederlands had. Hij studeerde economische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit te Gent waar hij bevriend werd met Paul Snoek. Van jongs af aan kwam hij dus in aanraking met dichters en poëzie.

Vanaf 1959 tot 1981 was hij journalist op de culturele redactie van Het Laatste Nieuws. Hij publiceerde er artikelen over literatuur, beeldende kunst en jazz. Van 1981 tot 1993 was hij adjunct-directeur en waarnemend directeur van het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond te Amsterdam, waarvoor hij tentoonstellingen van belangrijke Vlaamse kunstenaars en literaire avonden met Vlaamse en Nederlandse auteurs organiseerde. Van 1982 tot 1989 was voorzitter van het Louis Paul Boon Genootschap en sinds 2006 opnieuw.

Hij was lid van de redacties van de literaire tijdschriften Diagram (1963-1964), Kentering (1966-1976), De Vlaamse Gids (1970-1992), Argus (1978-1981), Atlantis (2001-2002) en Boelvaar poef (vanaf 2006). Hij droeg voor op allerlei internationale poëziefestivals, zijn werk werd vertaald in vele talen, componisten hebben muziek geschreven bij zijn gedichten en kunstschilders hebben zijn verzen in beeld gebracht. Roggeman is kortom, niet de eerste de beste dichter.

In 1958 debuteerde Roggeman met de bundel ‘Rhapsody in blue’ waarna nog tientallen bundels zouden volgen. Zijn laatste dichtbundel verscheen in 2022 en is getiteld ‘Bewegend portret’. In 1972 verscheen een overzicht van zijn werk ‘Gedichten ’57 ’70’ en in die bundel staat het gedicht ‘Hamlet’.

.

Hamlet

.

Ik besta
dit betekent
ik leef, ik adem
ik heb pijn.

.

Ik besta
dit betekent
ik lees, ik schrijf,
ik eet
wanneer ik iets te eten heb.

.

Ik besta
dit betekent
ik denk na,
ik vraag mij af
of ik besta.

.

 

Democratie is een oud vrouwtje

Freek de Jonge

.

Voor Sinterklaas (ja de oude baas was me welgezind dit jaar) kreeg ik de bundel ‘Zij kon het lonken niet laten’  liedteksten uit het Nederlands cabaret van 1945 tot nu, bijeengebracht en ingeleid door Guus Vleugel. Dit werkje uit 1989 blijkt opnieuw weer opmerkelijk actueel. Lezend over Liefde en Lust, Algemeen leed, Bijzonder leed, Gerel en gelal én Misstanden (hoofdstukken in de bundel) stuitte ik op een tekst van Freek de Jonge (1944).

Deze tekst of lied / gedicht ‘Demokratie is een oud vrouwtje’ las ik en ik moest meteen aan de huidige situatie denken. Misschien gevoed door het feit dat ik afgelopen weken naar ‘Eigen Volk Eerst’ keek van PowNed op televisie, een zorgwekkende serie over rechts extremisme in Nederland. Deze tekst komt uit het theatervoorstelling (muziekvoorstelling) ‘Stroman en trawanten’ uit 1984.

.

Demokratie is een oud vrouwtje

.

Demokratie is een oud vrouwtje
Dacht ik zoekend naar een beeld
Links is zij rood aangelopen
Aan de rechterkant vergeeld
Toen ze lang geleden jong was
Was ze een veel begeerde bruid
Ze had links en rechts verkering
Maar die ging vaak voortijdig uit
.
Ik zie het oude vrouwtje lopen
Met een stok over de straat
Geen controle meer op kringspier
Waardoor ze almaar windjes laat
Mensen halen hun neus op
Vinden dat ze stinkt
Zij loopt kreupel verder
Daar ze op twee gedachten hinkt
.
De oude vrouw wil oversteken
Geluk ligt aan de overkant
Maar wat ze ook met haar stok zwaait
Niemand pakt haar bij de hand
Mensen lopen langs haar heen
Verkeer rijdt door door rood
Als niemand haar gaat helpen
Loopt dat oude vrouwtje dood
.
Daar komt een jongeman aan
Kloek marcherend niet bedeesd
Je voelt die gaat haar helpen
Die is padvinder geweest
Maar als hij heel dicht bij haar is
Staat hij plotseling stil
Het lijkt of wat hij net van plan was
Opeens niet meer zo nodig wil
.
Schichtig kijkt hij om zich heen
Trekt hand door schuine lok
Dan loopt hij op het vrouwtje toe
Pakt resoluut haar stok
Schopt haar benen onderuit
De stok beukt op haar rug
Ik wou dat ik wat doen kon
Maar God wat gaat het vlug
.
De oude vrouw bloedt langzaam dood
Onder de slagen van het beest
En ik eerst nog denken
Die is padvinder geweest
Mensen lopen langs haar heen
Verkeer rijdt door door rood
Ik dacht hij gaat haar helpen
Wist niet van wal in sloot
.
Die jongeman is het fascisme
En hij is nooit alleen
Als ratten in riolen
Woekert het gajes om hem heen
Zie je dus ooit dat oude vrouwtje
Pak dan snel haar hand
Want als het aan die jongen ligt
Haalt ze nooit de overkant

.

Wim T. Schippers

Jana Beranováprijs

.

Op vrijdag 15 december ontvangt Wim T. Schippers (1942)  de Jana Beranováprijs 2023. De jury van de Jana Beranováprijs 2023 bestaat uit Hans Sibarani (voorzitter), Gina van den Berg, Frank van Dijl, Julia van Weijen en ik zelf. Aan de prijs is een bedrag van € 4.000 verbonden. Stichting Woordnacht stelde de Jana Beranováprijs – vernoemd naar de levende Rotterdamse dichter (1932) en mede ondersteund door Boekhandel Donner- in 2019 in.

De jury benadrukt het iconische gehalte van Schippers en noemt de prijs ‘op het lijf geschreven’. De Jana Beranováprijs bekroont jaarlijks een Nederlandstalige auteur die de artistieke vrijheid en integriteit vooropstelt, zonder te hechten aan waardering op grond van conventionele, modieuze of moreel gangbare criteria.

Voor de prijsuitreiking zijn nog plaatsen beschikbaar. Wil je bij deze, toch wel unieke, bijeenkomst zijn, mail dan naar relatiebeheer@woordnacht.nl

Wim T. Schippers is natuurlijk bekend (toneel)schrijver, televisie- en programmamaker maar maakte van 1984 tot 1991 ook het meeste bizarre maar ook meest geweldige radioprogramma Ronflonflon met Jacques Plafond. Een onderdeel van dat programma was de poëzierubriek met Wilhelmina Kuttje (met twee T). Ik schreef hier al eerder  hier, hier , hier en hier over en ik plaatste toen ook al een gedicht van Wilhelmina Kuttje. Nu, om de prijs aan deze bijzondere Nederlander te benadrukken, nogmaals een gedicht uit de bundel ‘Kuttje compleet’ uit 1989 getiteld ‘Kopzorgen’.

.

Kopzorgen

(Uit de bundel De gedachten)

.

Wat gaat er om

in al die bolletjes met kuif

op steeltjes aan met allerhande

grutgevulde zak met vel met

uitgedraaide botten, ook wel romp?

Is het smachten naar gestreel?

.

Gedraag, gehaast, vol wens en drift

braaf, verdwaasd, den pens vol gift

o kroelend kakkend mensenbeest

waar o waar zit dan uw geest

die zelfbespieg’lend denkt te zijn

doch siddert in een valsche schijn

.

En huivert voor den dag van morgen

.

Foto: Niels Jens