Site-archief

Wij hebben niets te willen

Elmar Kuiper

.

Als bezoeker van de Nacht van de Poëzie kun je een gratis Nachtbundel ophalen in Tivoli/Vredenburg. Ik was er dit jaar en ook ik heb zo’n leuk klein aandenken aan deze nacht opgehaald. Opgenomen in de bundel ’40ste Nacht van de Poëzie’ zijn gedichten van de deelnemende dichters. Een van die dichters is Elmar Kuiper. Voor mij een nieuwe naam. Kuiper (1969) schrijft naast poëzie ook korte verhalen en toneelwerken en is daarnaast ook nog eens beeldend kunstenaar, performer en filmmaker.

Kuiper maakt deel uit van het improvisatiecollectief (mooi Scrabblewoord) Tsjinlûd en is ook nog eens zanger van Tigers fan Greonterp. Naast zes Friestalige bundels schreef hij drie Nederlandstalige bundels waarvan de meest recente ‘Blauwe Hanen’ is uit 2023. Ik lees in de Nachtbundel dat Rob Schouten hem in Trouw ‘een onmiskenbaar dynamische dichter’ noemt en ‘zangerig en ruwhartig’. Kuiper publiceerde naast zijn bundels ook gedichten in poëzietijdschrift Awater en in De Revisor.

In de Nachtbundel is het gedicht ‘Wij hebben niets te willen’ opgenomen.

.

Wij hebben niets te willen

.

je verzoekt hem vriendelijk

te vertrekken

.

dit was de afspraak niet

wij hebben geen afspraak zegt hij

je moet de spitskool in partjes snijden

ma staat er alleen voor

.

het is niet echt

maar je wilt

dit niet

.

je wilt het laten rusten

maar hij grijpt je hand beet en

neemt je mee naar het koehuis

.

de kippen leggen best zegt hij

.

je moet de zak met fijn-

gemalen schelpen opensnijden

anders worden de doppen te dun

goed sul ook voor hun maagjes

.

dat weet ik heus wel pa

.

wil je nu weggaan

wij hebben niets te willen zegt hij

.

Delphine Lecompte

De Nacht van de Poëzie

.

Afgelopen zaterdag was de 40ste editie van de Nacht van de Poëzie in Tivoli Vredenburg  in Utrecht. Een keur van dichters droeg voor en ik was vooral erg getroffen door de oudste deelnemer Judith Herzberg (1934). Op hoge leeftijd een zaal zo stil krijgen met haar bijzondere poëzie is voorwaar geen kleinigheid. Een aantal dichters die langs kwam was er ook bij in de eerste editie in 1980 (Jean Pierre Rawie, Bart Chabot, Hans Dorresteijn en opnieuw Judith Herzberg) maar er waren ook genoeg jonge dichters te beluisteren. Zoals Dominique de Groen, Hannah van Binsbergen, Babeth Fonchie, Jens Meijen en Joost Oomen (allemaal geboren in de jaren ’90).

Toch was een van de hoogtepunten de bijdrage van Gerda Lenten Havertong (1946). Zelf geen dichter maar voor deze jubileumeditie gevraagd een keuze te maken uit de lange geschiedenis van de Nacht gedichten. Ze koos voor twee Surinaamse dichters (Michaël Slory en Dobru) en Hans Andreus. Bij het gedicht van Hans Andreus was ze zichtbaar geëmotioneerd, het was het gedicht dat haar man haar, op zijn sterfbed, had gegeven.

Natuurlijk traden er naast dichters ook musici en dansers op waarbij het dansoptreden van Oxygen me nog lang zal bijblijven, in één woord geweldig. In de gangen van Vredenburg Tivoli waren verschillende uitgeverijen van poëzie (boeken, bundels, tijdschriften) aanwezig waaronder die van Awater. En er waren tweedehands bundels te koop. Een van die bundels is met mij mee naar huis gegaan. ‘De 100 beste gedichten van 2018’ voor de VSB Poëzieprijs samengesteld door Maaike Meijer, ontbrak nog in mijn verzameling van deze bloemlezingen (er ontbreken nog een paar jaren maar die kom ik vast en zeker nog eens ergens tegen).

Uit het fraaie aanbod van gedichten en dichters koos ik voor het bijzondere gedicht ‘De priester die jezus van mij weggriste’ van de Vlaamse dichter Delphine Lecompte (1978). Het gedicht staat in haar bundel ‘Western’ uit 2017. Ik koos het gedicht omdat het zo anders is, zo ontwapenend, zo heerlijk Vlaams (pandoering) en zo bloemrijk in haar taal. Voor degene die niet zo bekend zijn met de katholieke eredienst geeft Pieter M. van Sterkenburg  op OoteOote wat informatie die kan helpen bij het begrip van dit gedicht.

.

De priester die Jezus van mij weggriste

.

Ik hield de hostie te lang in mijn palm
De priester dacht dat ik Jezus’ vlees wilde wegmoffelen
In mijn vestzakje, om het na de mis te dumpen in een heidense waterput
En misschien nog een wens te doen ook, de wens zou seksueel
Of materialistisch zijn, de priester had het bij het verkeerde eind.

.

Ik was een ontzettend vroom kind
Ik bad dagelijks tot God, en ik telefoneerde ’s nachts
Via Fisher Price naar zijn volmaakte zoon
Jezus nam steeds op en zei: ‘Ach de katholieke misdienst …
Mooie liturgie dat wel, maar de hostie mijn vlees, eet die gerust op wanneer jij het wil.’

.

Wanneer ik het wil, ik wilde de hostie opeten aan het strand
Mijn blik gericht op de dappere ezels van de knoestige ezeldrijver
Mijn rug blind voor de lunaparken en gocarts en wafelkramen
Maar de priester griste Jezus’ vlees uit mijn hand
En hij propte de hostie diep in mijn mond, ik stikte haast.

.

Woedend nam ik mij voor nooit meer te bidden
De telefoon van Fisher Price wierp ik ’s avonds in het haardvuur
Het gesmolten plastic maakte mijn grootvader razend
Hij gaf mij een pandoering om u of kindermishandeling tegen te zeggen
De volgende dag nam zijn spijt de vorm aan van een pluchen berggeit.

.

Ik noemde de geit Batseba
Ik wist niet dat zij in de bijbel voorkwam
Ik vond het gewoon een geschikte naam, stoerder dan Lolita
En sensueler dan Mata Hari
Ondertussen is alles weer koek en ei tussen Jezus, God, en mij.

.

Judith Herzberg

Gerda Lenten Havertong

Het zomernummer

MUGzine # 18

.

In de zomer nemen wij van MUGzine altijd even wat tijd voor onszelf maar zeker ook voor onze lezers. Een klein beetje later dan we gepland hadden (vakantie periode) komt komende week nummer 18 uit.

Als je het Nederlandse dichterslandschap bekijkt zou je zonder enige overdrijving Rotterdam als hoofdstad van dit landschap kunnen benoemen. Al jaren heeft Rotterdam een stadsdichter van niveau (een paar van hen, Anne Vegter en Ester Naomi Perquin, werden benoemd tot dichter des vaderlands), het grootste poëziefestival van ons land, Poetry International, is in Rotterdam sinds 1970, er is een Poetry Circle 010 en er zijn door de stad heen verschillende poëziepodia en festivals. Maar ook poëzie stichtingen als De zoek naar schittering ( o.a. bruggedichten), de Poëziebus, stichting Het Park en poëziestichting Ongehoord! alsmede poëzietijdschrift Awater hebben hun roots in Rotterdam. En vergeet burgemeester Aboutaleb niet die dichtbundels samenstelde.

Daarom dit keer een nummer met louter Rotterdamse dichters ( 6 maar liefs) én een illustrator/kunstenaar uit Limburg. Hester Knibbe, Hans Wap, Daniël Dee, Myrte Leffring, Amber Rahantoknam en Peter Swanborn zorgden voor de poëtische bijdragen en kunstenaar Andries Hoogenraad is verantwoordelijk voor de illustraties. Natuurlijk een voorwoord van onze redactiefilosoof Marianne, een gloednieuwe Luule en de vormgeving is als altijd van Bart van BRRT.Graphic.Design.

MUGzine heeft een aantal nieuwe ideeën en verrassingen in petto en we zullen die in de loop van het najaar bekend gaan maken. Maar eerst dus het zomernummer van 2023. Donateur worden en een jaar lang elke editie op papier via de post ontvangen? Ga dan naar onze website en ontvang meteen een eerste cadeautje.

Om je alvast een voorproefje te geven hier een gedicht van Hester Knibbe dat niet in de nieuwe MUG staat getiteld ‘café-restaurant ‘la Rotonde” uit De Tweede Ronde, jaargang 12 uit 1991.

.

café-restaurant ‘la Rotonde’

.

de deur is dicht en dood, de oo’s
zijn weggevaagd uit het ‘Rotonde’
een stoel vervangt de zonnewijzer
.
ze wijst de tijd aan op het pleister
en past oneindig in dit ronde
verslijten en versleten worden
.
– stilaan raakt alles uitgehongerd
.
behalve dan de vrouwen wat terzijde,
zij scheppen thuis het eten op de borden
.
en of ze eeuwig zijn, vergeten wonder,
vertellen ze elkaar de nieuwste roddels
op deze foto – onderdeel van een seconde
.
.

 

 

Joost Baars

Emily Dickinson

.

Vandaag een dichter van nu over een dichter van toen in de categorie dichters over dichters. Dit keer dichter Joost Baars (1975) over de dichter Emily Dickinson (1830-1866).  Joost Baars is dichter, essayist en boekverkoper. Hij publiceerde ’30 + 30: zestig gedichten uit binnen- en buitenland’ in 2008, ‘Iemand anders’ als chapbook in 2012 en ‘Binnenplaats’ in 2017. Deze laatste bundel werd bekroond met de (laatste) VSB Poëzieprijs, en genomineerd voor de Herman de Coninckprijs en de C. Buddingh’prijs. Baars draagt regelmatig voor op festivals als Poetry International, Winternachten, Read My World en het Tanta International Festival of Poetry (Egypte)  Zijn gedichten werden vertaald in het Engels, Grieks en Arabisch. Hij schrijft recensies en interviews voor de Poëziekrant en Awater, essays voor Liter en deRecensent.nl en schreef columns over boekverkopen voor hard//hoofd en Boekblad.

.

Emily Dickinson

.

in een huis in amherst, massachusetts

zit emily dickinson.

.

ze denkt aan jou.

.

ze heeft net de boeken gevonden

waar haar gedichten in afgedrukt staan.

.

zit aan haar tafeltje daar.

staart naar de muur

.

en zoekt jouw gezicht.

.

ik loop er rond. lees

de teksten op bordjes:

.

dit is haar nichtje,

dit is haar slaapvertrek,

.

raak dit niet aan. draag

.

een shirt met haar beeltenis.

lijkt niet, zegt ze, alsof

.

ze niet weet hoezeer ze lichamelijk is.

ik zou haar zo graag op willen eten,

.

maar ze is nu op het punt van verdwijnen

.

gekomen, schrijft er

verterend al

.

een andere lezer aan.

.

Dan

Waarvandaan

.

Hans Tentije (1944) is het pseudoniem van Johann Krämer.  Deze dichter, schrijver en leerkracht ontving meerdere prijzen voor zijn werk. Zo ontving hij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Herman Gorterprijs, de Constantijn Huygens-prijs ( De jury prees Tentijes poëzie om zijn ‘trefzekere observatie, oog voor detail en rake typeringen van personages en landschappen.’), de Karel van Woestijneprijs en de Guido Gezelleprijs van de stad Brugge. Cynisme is een constante in het werk van deze, geboren Beverwijkse, dichter, maar in zijn latere werk is ook het avontuurlijk leven een thema.

Tentije debuteerde in 1975 met de bundel ‘Alles is er’ waarna meer dan 20 publicaties zouden volgen. En nu, in 2022 is er de bundel ‘Waarvandaan’. Marc Bruynseraede schrijft in zijn recensie van ‘Waarvandaan’ op de site van Meander : “De gedichten zijn geen afspiegeling van de werkelijkheid maar een verbeelde of ingebeelde werkelijkheid, hoe levensecht ze er ook uitziet. Het gaat hier om een werkelijkheid achter de werkelijkheid of een werkelijkheid met dubbele bodem.” Niet voor niets dus dat de clubkeuzebundel van poëzietijdschrift Awater deze maand ‘Waarvandaan’ is van Hans Tentije.

.

Dan

.

Hoe gebeurtenissen elkaar kunnen beïnvloeden

en zo vertekend raken, terwijl ze iemand

op het lijf geschreven leken voor ze zich ingroeven

diep vanbinnen –

.

als er een onuitputtelijk geheugen zou bestaan

waarin zelfs het minste of geringste terug te vinden was

afhankelijk van de situatie, lichtval

en stemmingen, zorgwekkende berichten

in het nieuws die dag

.

dan schiftte het afweervermogen

wat er zich voordeed, ontkende het of verdrong

al het pijnlijke, vernederende, ergste –

.

maar onberekenbaar is het vergeten

.

Vrees niet

Liter

.

In Nederland zijn verschillende literaire en poëziemagazines. Veel zijn bekend omdat ze al lang bestaan of een zekere naam hebben (Hollands Maandblad en De Gids). Een aantal andere magazines zijn minder bekend bij het brede publiek (Liter en Awater). En sommige zijn nog nieuw en werken hard aan een naam en nieuw publiek (MUGzine). In het literair tijdschrift Liter (nummer 104, jaargang 25 met als titel ‘Lezen is geloven’) staan essays, artikelen, korte verhalen en gedichten.  Een mooi vormgegeven tijdschrift met een kundige redactie en medegefinancierd door de Vermeulen Brauckman stichting.

Op de website van deze stichting lees ik: “De Vermeulen Brauckman Stichting steunt grote projecten die de Bijbel ontsluiten voor een breed publiek. Ook bieden wij een helpende hand aan nieuwe, nog voor groei vatbare initiatieven.” En hoewel ik wars ben van publicaties die vanuit een bepaalde hoek verschijnen moet ik zeggen dat bij Liter dit niet tot irritaties leidt. Het is een mooi blad waar religie af en toe aan de orde komt maar waarin vooral veel moois te lezen valt.

Ik koos uit nummer 104 een gedicht van Hedwig Selles. Door de opmaak van het gedicht is het me niet duidelijk of het gedicht nu ‘Vrees niet’ of ‘Gedicht’ heet. Ik vermoed het eerste. Hedwig Selles (1968) heeft cultuurwetenschappen gestudeerd en bracht meerdere gedichtenbundels uit, onder andere ‘Wie hier binnentreedt’ (2016), waarover Piet Gerbrandy schreef: ‘Hedwig Selles schrijft organische poëzie, waarin “het schorre oergeluid van wereld vuur en wind” te horen is. Dat lijkt me een formidabele prestatie.’

Hedwig Selles publiceerde eerder korte verhalen en gedichten in bijvoorbeeld De Gids, Tirade, Hollands Maandblad, DWB, Het Liegend Konijn en De Brakke Hond. Selles wordt geïnspireerd door dichters als Achterberg, Faverey, Arends, Auden, Gerlach en Peeters. Haar persoonlijk leven met anorexia heeft haar schrijven ook beïnvloed. Ik las op een website dat ‘haar levensdrift wel dieper gaat dan haar woordkunst’. Met dat laatste is helemaal niets mis getuige het gedicht ‘Vrees niet’.

.

Vrees niet

.

Ik haat de dood, echt

ik haat de dood

maar ik kan het niet laten

ik kan het niet laten

gewoon even dood

.

kijken hoe het is

ik kan het toch gewoon proberen

in de vrieskou min vijftien graden

in de hitte plus veertig graden

er komt een moment dat je het kunt voelen

.

dat je het lichaam gaat verlaten

dat je valt en dat je echt wilt

leven.

.

kom luisteren en genieten

Prijsuitreiking gedichtenwedstrijd

.

Op zondag 18 september zal de prijsuitreiking zijn van de 8ste gedichtenwedstrijd van poëziestichting Ongehoord! Na de winnaar van de 7de gedichtenwedstrijd Sara De Lodder in 2020 alweer maken dertig dichters die het tot de shortlist haalden kans op deze gewilde prijs.

De prijsuitreiking is in de Jacobustuin aan de Jacobustuin 103-109 in (hartje) Rotterdam, slechts 5 minuten lopen vanaf het Centraal Station. We beginnen om 13.00 uur en alle shortlistdichters krijgen de gelegenheid hun gedicht rond het thema Twist voor te dragen.

De jury bestaande uit dichter en hoofdredacteur van poëzietijdschrift Awater Myrte Leffring, directeur van stichting De zoek naar schittering Jiske Foppe en (mede) initiatiefnemer van Poëziemagazine MUGzine Marie-Anne Hermans heeft de gedichten van de shortlist gelezen en beoordeeld en zal op deze zondag de nummers 3,2 en 1 bekend maken.

De winnaar krijgt zoals altijd het beeldje van Lillian Mensing, en publicatie van het winnende gedicht op de website van poëziestichting Ongehoord! en dit blog. Daarnaast zal de redactie van MUGzines contact zoeken met de dichters voor een publicatie in een nummer van MUGzine.

Kom dus zondag naar de prachtige Jacobustuin om te genieten van poëzie en muziek. Toegang is gratis en er is de mogelijkheid tot het krijgen van een drankje tegen een zeer schappelijke prijs.

Het thema van deze gedichtenwedstrijd was ‘Twist’ en daar heb ik een toepasselijk gedicht bij gezocht van C. Buddigh’ met als titel ‘Pluk de dag’ uit de bundel ‘128 vel schrijfpapier’ uit 1967.

.

Pluk de dag

 

vanochtend na het ontbijt
ontdekte ik, door mijn verstrooidheid,
dat het deksel van een middelgroot potje marmite
(het 4 oz net formaat)
precies past op een klein potje Heinz sandwich spread

.
natuurlijk heb ik toen meteen geprobeerd
of het sandwich spread-dekseltje
ook op het marmite-potje paste

.
en jawel hoor: het paste eveneens

.

De prijswinnaars van de gedichtenwedstrijd 2020

Remco Campert

Het raadsel

.

In een Awater van vorig jaar (de speciale editie rond de poëzieweek uitgegeven samen met de Poëziekrant) las ik een uitgebreid verslag of analyse van het gedicht ‘Het raadsel van de Overtoom’ van de pas geleden overleden dichter Remco Campert door dichter Rob Schouten (1954). Het gedicht komt uit de bundel ‘Straatfotografie’ uit 1994.

Omdat het zo’n eenvoudig gedicht lijkt maar juist wanneer je het leest en herleest complexer is dan het lijkt. En omdat er een tijd was dat ik daar bijna dagelijks kwam. Had ik dit gedicht toen gekend, dan had ik vast en zeker met andere ogen naar de Overtoom gekeken.

.

Het raadsel van de Overtoom

.

Een meisje van twaalf vraagt of ik weet
waar op de Overtoom de muziekschool is
ik weet het niet heb je het nummer niet
de Overtoom is zo lang maar verderop
dat rode gebouw zie je wel is een school
misschien is het daar maar daar is het niet
blijkt als ze me achterna komt gelopen
daar is het niet zegt ze ik ga maar terug
naar mijn moeder en vraag haar het nummer
zegt ze en aarzelt (haar mond) en blijft staan
alsof het om iets anders gaat en kijkt me aan
(haar ogen) of ik de oplossing weet
maar ik ben al op weg naar iets anders
dat ik ook niet oplossen kan

.

terwijl zij natuurlijk de oplossing was

.

Reisgenoten

20 jaar poëzietijdschrift Awater

.

In 2002 richtte Gerrit Komrij, destijds Dichter des Vaderlands, het poëzietijdschrift Awater op. Een tijdschrift om de Nederlandstalige poëzie toegankelijk te maken voor een breed publiek. Nu, 20 jaar later, komt Awater met een bloemlezing van dichters die de afgelopen 20 jaar aan het tijdschrift hebben meegewerkt. De bloemlezing is getiteld ‘Ik vond vele reisgenoten’ en ik kreeg hem bij mijn abonnement op dit tijdschrift met het zomernummer van 2022 meegestuurd.

De bundel wordt ingeleid door Myrte Leffring en bevat 20 gedichten van bekende dichters die een gedicht schreven rond het thema ‘Ik zoek een reisgenoot’ het motto van het gedicht ‘Awater’ van Martinus Nijhoff uit 1934 (waar het tijdschrift naar vernoemd is). Zoals op het achterflap te lezen staat is het resultaat een rijk scala aan poëtische bestemmingen, met de nodige obstakels én prachtige uitzichten onderweg.

Als er voor mij één ding blijkt uit deze jubileumbundel dan is het dat de poëzie in Nederland (en de andere Nederlandstalige gebieden) leeft en veelzijdig is en dat er voor een poëzietijdschrift altijd ruimte is. Wat mij betreft op naar het volgende jubileum.

Onder de deelnemende dichters in de jubileumbundel grote bekende dichtersnamen en een enkele wat minder bekende. Ik koos voor het gedicht ‘Een wat langere reis’ van Jan Glas (1958) een Gronings beeldend kunstenaar, schrijver, dichter, zanger, fotograaf en redacteur van het Groningse tijdschrift Krödde. Ik koos dit gedicht omdat de laatste strofe mij heel erg deed denken aan het gedicht ‘Mannenman’ dat ik schreef in 2013.

.

Een wat langere reis

.

Voor een wat langere reis zoek ik gezelschap.

Een ezel. Een met harde hoefjes. Sterk, koppig en lief.

.

Een metgezel om de bevroren uren in te halen.

Om samen op te trekken door ons laagland

en te krabbelen in de bergen over steile paadjes

langs geïsoleerde dorpen waaruit rook kringelt.

Af en toe iets zeggen.

.

Wat ik te bieden heb, ik val met de deur in huis:

ik ben een truffel, opgegraven door een varken.

Heb slanke handen en haal honden aan. Een eenling

.

met weinig ambities. Ik hoef geen man te zijn.

Ik wil er eentje spelen.

.

Aan zee de tijd kwijtraken

Bernke Klein Zandvoort

.

De afgelopen 10 jaar zijn er verschillende dichters gepubliceerd en bekend geworden die een eigen stem en geluid hebben. Een dichter met één van de meest in het oog springende namen uit de hedendaagse poëzie van de afgelopen 10 jaar is Bernke Klein Zandvoort (1987). Klein Zandvoort publiceerde twee dichtbundels: ‘Uitzicht is een afstand die zich omkeert’ uit 2013, waarmee ze genomineerd werd voor de C. Buddingh’-prijs en de Jo Peters Poëziepríjs, en ‘Veldwerk’ uit 2020. Deze laatste bundel werd genomineerd voor de grote Poëzieprijs.

Klein Zandvoort volgde de opleiding Beeld en Taal aan de Gerrit Rietveld Academie. Ze schrijft gedichten en essays, stelt programma’s en boeken samen en verzamelt poëzie en was redacteur van het tijdschrift ‘De Revisor van 2017 tot en met 2021. Op dit moment werkt ze aan een een filmproject over het oog als orakel, een essaybundel die in 2023 zal verschijnen en een onderzoeksproject naar Mexicaanse literatuur in het kader van Wanderlust, een initiatief van het Letterenfonds waarin talentvolle bemiddelaars in de literatuur als schrijvers de kans krijgen zich verder te ontwikkelen in een internationale setting.

In het zomernummer van poëzietijdschrift Awater verscheen een gedicht van Klein Zandvoort met een tekening van Gemma Plum. Het titelloze gedicht wil ik hier met je delen omdat ik getroffen werd door de laatste zin. Ooit hoorde ik van een oud collega die overspannen was dat zij door een vriendin dagelijks mee naar het strand werd genomen voor lange wandelingen. Zij knapte hier enorm van op en ze vertelde me letterlijk dat je de tijd kwijtraakte aan het strand. Wonend op een paar minuten afstand van het strand kan ik dit beamen.

.

wat ik hoorde in de schelp

.

golven klinken net als ademhalingen

.

met je lijf als een vuurtoren kan je

je uitademing ver van je af zien gaan

tot de inademing je weer verzamelt

zoals golven elkaar komen ophalen aan het strand

.

dat is waarom mensen aan zee de tijd kwijtraken.

.