Site-archief
Boris Ryzji
BAM
.
Momenteel lees ik ‘Bam’ een reis van niets naar niets van Jelle Brandt Corstius (1978) uit 2019. Samen met kunstenaar Aldo van den Broeck en grafisch ontwerper Fabian Hahne reizen ze als ‘kunstproject’ de 4287 kilometer lange Bajkal-Amoer Magistrale (BAM) spoorlijn af, een alternatief voor de Trans-Siberische spoorweg, die volgens de Sovjetregering van Leonid Breznjev in de jaren ’60 te dicht in de buurt van de Chinese grens lag en daarmee een strategische achilleshiel vormde.
Een van de redenen dat Brandt Corstius zo enthousiast is om deze reis te maken is dat hij, net als ik trouwens, liefde koestert voor lelijkheid en vergane glorie. De mensen, huizen en fabrieken die hij tijdens zijn reis door Siberië tegenkomt, zijn er inderdaad slecht aan toe. ‘Lelijkheid is schoonheid die niet in de ziel kan blijven,’ citeert Brandt Corstius de Russische dichter Boris Ryzji.
In ‘BAM’ schrijft Brandt Corstius over het moment dat hij fan werd van de Russische dichter Boris Rizji. Arie Boomsma had hem op deze dichter gewezen en na lezing van het gedicht ‘Lego’ dat Ryzji schreef in 2000 voor Poetry International ‘wist hij zelf zeker dat hij een kind wilde’ zo schrijft hij.
Geoloog en dichter Boris Ryzji (1974-2001) woonde in Jekaterinboerg (vroeger Sverdlovsk), een grote industriestad in de Oeral en op dat moment, volgens Brandt Corstius, zo’n beetje de maffia hoofdstad van Rusland. Na een studie geofysica werkte hij bij het Geofysisch Instituut aldaar. Als dichter debuteerde hij in 1994 in het tijdschrift Oeral, later maakte hij ook naam in Moskou en Sint-Petersburg. Hoewel hij uit een ontwikkelde familie kwam leefde hij liever als een straatjongen, een dronkenlap en vechtersjas die aan de zelfkant (criminaliteit) van de maatschappij leefde. In 2001 pleegde hij zelfmoord. Hij leed toen aan een bipolaire stoornis en gebruikte veel drugs. Kort na zijn dood werd hij postuum onderscheiden met de ‘Noordelijke Palmyra’ een van de meest begeerde prijzen in de Russische poëzie, voor zijn bundel ‘Opravdanije zjizni’ (Een reden om te leven).
Ryzji debuteerde in 1994 en in totaal verschenen er drie bundels van hem. Sinds zijn overlijden in 2001 is zijn poëzie geprezen en toegevoegd aan het canon van Russische dichters. Veel van zijn gedichten en bundels zijn de afgelopen jaren toegevoegd aan de verzamelingen van essentiële literatuur, en hij heeft enorme populariteit verworven voor zijn verzen, die soms vulgair en arrogant zijn, soms vormelijk meesterlijk en herinnerend aan de Zilveren Eeuw van Rusland.
Het gedicht ‘Lego’ verscheen in de bundel ‘Wolken boven E’ dat in 2004 verscheen in een vertaling van Anne Stoffel die daarvoor de Aleida Schot-prijs voor haar vertalingen uit het Russisch kreeg (en dan met name voor deze bundel). Het gedicht verscheen ook in De Tweede Ronde, jaargang 24 in 2003.
.
Lego
.
.
1 miljoen
Statistiek, bezoekers, pageviews en een gedicht
.
Dit wordt een blog over cijfers en statistiek, een extra blog om mijn lezers te bedanken voor hun vertrouwen en nieuwsgierigheid naar alles wat de poëzie te geven en te melden heeft. En zoals altijd met een gedicht.
Vanaf half oktober 2007, toen ik dit blog begon, heb ik regelmatig statistieken gedeeld. De eerste na een jaar in augustus 2008 toen dit blog nog onder web-log.nl draaide, toen ik in één jaar maar liefst 2116 bezoekers had. Ik weet nog dat ik daar heel blij mee was, mijn berichten werden gelezen en er zat een stijgende lijn in. In februari 2009 was het aantal bezoekers gestegen naar 5000 . In 2010 kwam de mijlpaal van 1000 reacties, in 2012 plaatste ik het 700ste bericht, in 2014 de 100.000 pageviews, in 2020 volgde het 1000ste bericht, de mijlpaal van 1 miljoen pageviews, in 2023 de 1,5 miljoen pageviews (inmiddels ruim 1,8 miljoen pageviews) en nu, afgelopen augustus werd opnieuw een mijlpaal behaald, namelijk de 1 miljoenste bezoeker. Ik realiseer me dat veel van deze 1 miljoen bezoekers regelmatige, vaak zelfs dagelijkse bezoekers zijn. Ik heb door de jaren heen vele abonnees op dit blog mogen verwelkomen (in totaal vandaag 497). Al die vaste en incidentele lezers wil ik hierbij bedanken voor hun vertrouwen in dit blog maar vooral voor hun liefde en nieuwsgierigheid van en in poëzie.
En omdat geen blog zonder gedicht kan (vind ik) heb ik gezocht naar een gedicht over cijfers of statistieken. Dat heb ik gevonden in de bundel van Radosław Jurczak (1995) die werd gepubliceerd en uitgegeven door Poetry International, Versopolis en de Europese Unie in 2023 en vertaald door Kris Van Heuckelom.
.
Elegie voor de afdeling speltheorie en sociale wiskunde van de universiteit van Warschau
.
Thou shalt not sit
With statisticians nor commit
A social science.
W.H. Auden
Spam is de basis van alle dingen en zal ons op een dag doden
als het ons eerder niet sterker zal maken Uit kartonnen dozen op de Banachmarkt
doen willekeurige Vietnamezen rekenmachines van de hand
(willekeurig zijn ook de processen: die Vietnamese jongen zijn
in een goedkoop Vietnamees T-shirt Een wiskundige als oom hebben
Die wiskundige zijn: geld naar huis sturen
en e-mails kleurloos als zuurstof) En je moet nog iets weten:
hoeveel geld je kunt verdienen met zulke rekenmachines
als Vietnamees kind (en je weet het niet: dus dat kind zijn
niets van getallen weten rekenmachines van de hand doen
elke dag bij het verlaten van de metro folders op de grond laten vallen
als offer aan de ondergrondse goden, want wie zou ze godverdomme lezen
in het Pools) Dus de oude statisticus droomt dat hij een zuurstofdeeltje is
of zijn eigen model: uitgestrekt zijn de rijstvelden
alsook de dorpen dichtbevolkt en zonnig: en dit weten ze niet:
onder de grond berekent elke rijsthalm winst en verlies
(en dus deze winst dit verlies zijn) Op alle zuurstofatomen
zitten zeer kleine tellers (als je dit eenmaal inademt)
stretto
Spam is de basis van alle dingen en als het ons niet sterker maakt
zal het ons uiteindelijk volkomen begrijpen Uit kartonnen dozen bij de Banachmarkt
doen ze rekenmachines van de hand Der Tod ist ein Statistiker
aus Vietnam (de lucht hecht zich aan één zuurstofatoom)
.
Dagelijkse poëzie chat
Stel zelf je poëziebundel samen
.
Tijdens Poetry International 2025 heeft deze organisatie een poëzie applicatie (app) ontwikkelt en ter beschikking gesteld. De naam van deze app is Daily Poetry Chat. Op de site van Poetry International werd de app als volgt aangekondigd: Een app die poëzie op een verrassend persoonlijke manier naar je toe brengt, afgestemd op je stemming, het weer of wat je ook maar bezighoudt. Stel je eigen poëziebundel samen, deel je favoriete gedichten met vrienden en laat je elke dag verrassen door een gedicht dat bij je huidige gemoedstoestand past.
Tijdens het festival toen de app gepresenteerd werd, hebben dichter Ingmar Heytze en presentator Jennifer Muntslag samen deze app live getest en aan het publiek laten zien wat de mogelijkheden van de app zijn. En die zijn er. Zo kun je in het chatvenster precies omschrijven wat voor soort gedicht je zou willen lezen. Op basis van trefwoorden, gemoedstoestand of zomaar een willekeurig onderwerp kun je je vraag stellen. Omdat deze app een nieuwe technische ontwikkeling betreft vroeg ik een gedicht over nieuwe technische ontwikkelingen. Als antwoord kreeg ik: Ik heb een gedicht gevonden dat de intrigerende relatie tussen technologie en menselijke ervaring verkent. Geschreven door Sara Uribe, biedt het een blik op hoe nieuwe ontwikkelingen ons leven beïnvloeden. Het bericht eindigt met: Ik ben benieuwd of dit gedicht in lijn is met wat je zocht!
Je kunt in de chat kiezen om gedichten in thema’s te kiezen die de chat je voorlegt of zelf je thema’s kiezen. De taal van de app is niet de taal van (veel van de) gedichten, de gedichten zijn handmatig vertaald en ook beschikbaar in de oorspronkelijke taal. Daarnaast kun je je gedichten opslaan in gepersonaliseerde bundels die met je smaak en stemming meegroeien, en je kunt samen met vrienden een bundel samen stellen of je gedichten delen met vrienden. Kortom, op naar je app store en downloaden maar voor elke dag iets nieuws wat bij je stemming of interesse past.
Het gedicht van de Mexicaanse dichter Sara Uribe (1978) werd vertaald door Lisa Thunissen
.
GEDICHT WAARIN DE SPREKER ER AMPER IN SLAAGT OM MET EEN KORTE VRAAG DE LIJST INSTRUCTIES TE ONDERBREKEN DIE WORDEN GEDICTEERD DOOR EEN MEGAFOON BOVEN HAAR HOOFDEINDE OVER WAT VOOR GEDICHTENMEN ZOU WILLEN DAT ZE SCHRIJFT
We willen dat je een gedicht schrijft in termijnen zonder rente.
Een gedicht met 24 uursservice. Een gedicht met wifi.
Een gedicht gemaakt om op Instagram te posten.
Een gedicht met make-up die niet op dieren is getest.
We willen, uiteraard, een gedicht zonder conserveermiddelen, een vetarm gedicht.
Een cafeïnevrij gedicht, lactosevrij en zonder gluten.
.
————————-Maar willen jullie een gedicht of een venti chai latte soya?
.
We willen een woorden-maak-machientje
een muziekdoosje zonder ballerina
een op afstand bestuurbaar speeltje inclusief batterijen.
Het noumenon-gedicht.
Het homerische gedicht in praesens plus quamperfectum.
Het fenomenale levende kogelgedicht.
Het multidisciplinaire nv-gedicht.
hetzondercatactischetewordenallerpoëtischstegedichtooitgeschreven.com
We willen een polyglot, acrobatisch gedicht, een gedicht
met een T-shirt waarop staat [there is no poem b].
Een gedicht dat je kunt zingen. Dat zichzelf kan bedruipen.
Een gedicht zonder houdbaarheidsdatum. Ja we willen
een gedicht dat aftelt van negenennegentig tot nul
na het teken van de anesthesioloog. Ja we willen een gedicht dat niet wakker wordt tijdens de operatie.
.
De tijd is puin, de tijd is hoop
Opening Poetry International 2025
.
Afgelopen donderdagavond was ik bij de feestelijke opening van de 55ste editie alweer van Poetry International in theater Zuidplein in Rotterdam. Dat dit een bijzondere opening zou worden was me al duidelijk toen ik las dat voor deze opening een samenwerking was gezocht met Conny Janssen danst. Conny Janssen is choreograaf en sinds de uitzendingen van So you think you can dance, toen ik voor het eerst van haar hoorde, ben ik een groot fan van haar werk.
En ik werd niet teleurgesteld, sterker nog, het was een bijzonder memorabele avond. In één grote choreografie van dans en poëzie, waarbij de dansers steeds op het podium waren en er elke keer een dichter op toneel werd gehaald die een gedicht voordroeg, voltrok de avond aan het oog van een gevulde en zeer enthousiaste zaal. In één woord adembenemend. De dansers vulden de gedichten van dichters vanuit de hele wereld aan als een perfect zittende handschoen om een hand.
Deze 55ste editie stond in het teken van ‘Laureates and Legends’ of anders gezegd; er waren laureaat dichters (zeg maar Dichter der Nederlanden maar dan van allerlei landen) en legendarische dichters uitgenodigd die deze avond zijn prachtige kleur gaven. Naast dichters uit alle windstreken waren er een aantal dichters uit Nederland en België zoals Astrid H. Roemer, Ilja Leonard Pfeijffer, Tom Lanoye en Derek Otte.
Hoewel alle dichters mij konden bekoren stak een er voor mij uit en dat was Simon Armitage uit het Verenigd Koninkrijk. Zijn gedicht ‘To-do list’ voorgedragen door hemzelf uiteraard, had iets betoverends en een ritme en kleur dat ik meteen na afloop, bij aankoop van de festivalbundel ‘De tijd is puin, de tijd is hoop’ 55 jaar Poetry International, zijn gedicht opzocht. De bundel ontleent de naam aan regels uit het gedicht van Derek Otte, die met dit gedicht het festival sloot. Of bijna moet ik zeggen, na zijn performance kwamen alle dansers met de attributen die gedurende de hele voorstelling langs het podium hadden gestaan, het podium op en daar werd een soort van 17e-eeuws schilderij voor onze ogen van gemaakt. Zie de foto hieronder. Een monumentaal einde van een adembenemende avond.
Het gedicht van Simon Armitage werd voor het eerst gepubliceerd in The New Yorker van 5 januari 2015. Armitage (1963) is Poet Laureate van het Verenigd Koninkrijk. Historisch gezien werd de functie voor onbepaalde tijd benoemd en doorgaans voor het leven bekleed; sinds 1999 is de termijn tien jaar. De houder van deze functie is nu dus Simon Armitage, die in mei 2019 Carol Ann Duffy opvolgde na haar tien jaar in functie. Armitage is hoogleraar poëzie aan de universiteit van Leeds.
.
To-do list
.
• Sharpen all pencils.
• Check off-side rear tire pressure.
• Defrag hard drive.
• Consider life and times of Donald Campbell, CBE.
• Shampoo billiard-room carpet.
• Learn one new word per day.
• Make circumnavigation of Coniston Water by foot, visit Coniston Cemetery to pay respects.
• Achieve Grade 5 Piano by Easter.
• Go to fancy-dress party as Donald Campbell complete with crash helmet and life jacket.
• Draft pro-forma apology letter during meditation session.
• Check world ranking.
• Skim duckweed from ornamental pond.
• Make fewer “apples to apples” comparisons.
• Consider father’s achievements only as barriers to be broken.
• Dredge Coniston Water for sections of wreckage/macabre souvenirs.
• Lobby service provider to unbundle local loop network.
• Remove all invasive species from British countryside.
• Build 1/25 scale model of Bluebird K7 from toothpicks and spent matches.
• Compare own personality with traits of those less successful but more popular.
• Eat (optional).
• Breathe (optional).
• Petition for high-speed fibre-optic broadband to this postcode.
• Order by express delivery DVD copy of “Across the Lake” starring Anthony Hopkins as “speed king Donald Campbell.”
• Gain a pecuniary advantage.
• Initiate painstaking reconstruction of Donald Campbell’s final seconds using archive film footage and forensic material not previously released into public domain.
• Polyfilla all surface cracking to Bonneville Salt Flats, Utah.
• Levitate.
• Develop up to four thousand five hundred pounds/force of thrust.
• Carry on regardless despite suspected skull fracture.
• Attempt return run before allowing backwash ripples to completely subside.
• Open her up.
• Subscribe to convenient one-a-day formulation of omega-oil capsules for a balanced and healthy diet.
• Reserve full throttle for performance over “measured mile.”
• Relocate to dynamic urban hub.
• Eat standing up to avoid time-consuming table manners and other nonessential mealtime rituals.
• Remain mindful of engine cutout caused by fuel starvation.
• Exceed upper limits.
• Make extensive observations during timeless moments of somersaulting prior to impact.
• Disintegrate.
.
Kerstmis
Duo Duo
.
Vandaag is het eerste Kerstdag en dan kan ik natuurlijk niet zomaar een gedicht plaatsen. Daarom vandaag op deze feestdag een gedicht van de Chinese dichter Duo Duo. Duo Duo of Duoduo (1951) is de pseudoniem van de Chinese dichter Li Shizheng (栗世征), een prominent exponent van de Chinese Misty Poets, een groep dichters uit de 20e eeuw die reageerden tegen de beperkingen op kunst tijdens de Culturele Revolutie. Ze worden zo genoemd omdat hun werk officieel is veroordeeld als obscure, mistige of wazige poëzie door de Chinese machthebbers. Duo Duo wordt gezien als een van de meest spraakmakende Chinese dichters van na de Culturele Revolutie.
Zijn eerste gedichten verschenen begin jaren ’80 in tijdschriften en bloemlezingen. De publicaties volgden op een donkere periode in zijn leven. Midden jaren ’70 was hij teruggekeerd van het Chinese platteland, waar hij langdurig werd ‘tewerkgesteld’ om ‘van de boeren te leren’. In 1980, na jaren werkeloos geweest te zijn en een baantje als bibliotheek-assistent, besloot hij krantenverslaggever te worden.
Op de avond van de studentenopstand op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 dat neer werd geslagen door de machthebbers, verliet Duo Duo voor het eerst China, op uitnodiging van Poetry International in Rotterdam. Sindsdien verblijft hij in ballingschap met vele andere Chinese kunstenaars in het Westen.
Zijn poëzie werd in vele landen vertaald, ook in het Nederlands waar hij woonde en werkte (evenals in het Verenigd Koninkrijk en Canada). In 1991 verscheen zijn bundel ‘Een schrijftafel in de velden’ en in 1996 ‘Er is geen nieuwe dag’ bij uitgeverij Meulenhoff. In 2004 verhuisde hij terug naar China om daar les te gaan geven aan de Hainan universiteit. Duo Duo werd in 2010 onderscheiden met de Neustadt International Prize for Literature.
In 2000 verscheen zijn derde dichtbundel in Nederland getiteld ‘Het oog van de stilte’. De vertaling werd gedaan door Silvia Marijnissen en Jan A.M. De Meijer. In deze bundel werd recent werk en ouder werk opgenomen, waarmee een periode van dertig jaar dichterschap wordt beschenen. De illustraties, tekeningen, in de bundel zijn ook van de hand van Duo Duo.
terug naar Kerstmis, in deze bundel staat het gedicht ‘Kerstmis’ dat werd vertaald door Silvia Marijnissen.
.
Kerstmis
.
dezelfde tafel, dezelfde cadeaus
appels rollen rond de kaars
alles op tafel is toverij
.
maar wie belet ons te praten
belet ons te groeten
wie?
.
de appels rollen van de tafel
vallen op een stoel
een lege stoel
mama –
.
is er niet meer.
ogenblikken die we allemaal kennen
.
Poëzie tussen beelden van Miró
Lin An Phoa
.
Gisteravond was in in het museum Beelden aan Zee op Scheveningen waar BAZ After Hours was. Bezoekers konden genieten van een avond vol poëzie omringd door de bijzondere beeldhouwwerken van Miró, er waren workshops gedichten schrijven, beeldgedichten, zelf drukken en er was muziek. Gevestigde namen en opkomende woordkunstenaars van Huis van Gedichten deden hun voordrachten en er was een open mic.
De avond werd gepresenteerd door Sophia Blyden en georganiseerd door Daniëlle Zawadi van het Huis van Gedichten. Daniëlle ken ik nog van haar deelname aan de Kunstbende in 2017 (waar ik samen met Alexander Franken en M in de jury zat en waar zij de voorronde van het onderdeel Taal won) en haar deelname aan het zomerpodium van poëziestichting Ongehoord! later dat jaar.
In de line up een groot aantal, voor mij, onbekende namen. Dat is ook de reden dat ik graag naar podia ga, om me te laten verrassen en om te kijken of er dichters zijn die ik niet ken. Ook dit keer werd ik niet teleurgesteld. Al bij de eerste dichter was ik diep onder de indruk. Door de performance en door de inhoud. Ik heb het hier over dichter performer Lin An Phoa (1995).
Lin An Phoa is taalwetenschapper, schrijft poëzie en treedt op als spoken word-artiest. In haar fysieke en kritische teksten onderzoekt ze de verwachtingen en patronen van de systemen waarin we leven, in een poging tot verbinding, verzachting en verandering. Waar de taal soms stug en hoofdelijk kan zijn, zo schrijft ze op haar website, zoekt Lin An naar manieren om van lichaam tot lichaam te spreken.
Maar deze nog jonge dichter is nog veel veelzijdiger. Zo treedt ze op als presentator, moderator, docent en programmamaker. Maakt ze deel uit van het talentontwikkeltraject van literatuurorganisatie Wintertuin en was ze werkzaam bij podia als Poetry International, Crossing Border, Nederlands Film Festival, Dansateliers en Kunstbende.
Naast de inhoudelijke kant van haar poëzie was ik onder de indruk van haar timing en haar performance. Dus ging ik op zoek naar werk van haar op het web en vond daar het gedicht ‘Balletmeisjes breken niet’.
.
Balletmeisjes breken niet
.
zelfs na al die jaren zit het ballet nog in je botten
niet het hele zwanenmeer, maar net genoeg om uitgedraaid uien te snijden
net genoeg om met je voeten het licht aan te doen als je handen vol net genoeg
om jezelf bij elkaar te houden aan je buikspieren
te geloven dat je zou afbrokkelen als je zou ontspannen
dat je gewichtloos kan worden als je nog iets harder werkt
net genoeg om je grenzen op te rekken alsof het je hamstrings zijn:
als je uitademt kan je nog net iets verder
iets verder
iets verder
iets verder
tot je onhoorbaar knapt maar blijft lachen naar de spiegel omdat alle meisjes lachen omdat
dat zo hoort omdat we mooier zijn als we lachen want wie lacht is ontspannen en gelukkig
en makkelijk omdat ze niet mogen zien dat we moeite doen want wie lacht kan het allemaal
zelf dragen en als je nog kan lachen valt het vast allemaal wel mee want
balletmeisjes breken niet, ze buigen
en ooit komt er applaus
.
Lin An Phoa
Hasan Gök
Bahghi
Vonkt
Stoel
.
Marije Langelaar (1978) is beeldend kunstenaar, dichter en schrijver en woont afwisselend in Arnhem en Russeignies in België. Op 15 november schreef ik over de Kunst- en poëzieroute in Arnhem, waar zij maar liefst vier gedichten voor aandroeg.
Ze debuteerde als dichter in 2003 met de bundel ‘De rivier als vlakte’. Hierna volgde in 2009 de bundel ‘De schuur in’. Hiervoor ontving Langelaar de tweejaarlijkse Hugues C. Pernath-prijs, terwijl deze bundel ook werd genomineerd voor de Jo Peters Poëzieprijs en de J.C. Bloemprijs.
Haar derde bundel ‘Vonkt’ verscheen in 2017, werd bekroond met de Jan Campert-prijs en de Awater Poëzieprijs en werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. Haar werk is vertaald in het Engels, Turks, Litouws, Spaans, Italiaans, Frans en Russisch.
Op de website van Poetry International staat te lezen over haar poëzie: Met deze lichamelijke, ‘natuurlijke’ poëzie hoort Langelaar bij een hedendaagse Nederlandse stroming die de Vijftigerspoëzie van Lucebert nieuw leven inblaast. Een goed voorbeeld van haar ‘natuurlijke’ poëzie is het gedicht ‘Stoel’ uit haar bundel ‘Vonkt’.
.
Stoel
.
Ik stond naast een tafel en het verontrustte mij dat ik zo
alleen was en opeens hoorde ik het kloppen erg
zachtjes weliswaar maar iets maakte zich kenbaar.
Het was zo subtiel dat ik moest knielen, zo vond ik de
stoel en ik raakte het hout zoals je een tong raakt, ik
legde mijn vinger in een nerf, het begon onmiddellijk te
schemeren en dieren stonden om ons heen.
Inmiddels was ik al niet veel groter dan een speldenpunt
en innerlijk dronken de stoel zond mij zijn gedachten, vrij
technisch maar gevolgd door het ruisen van bomen
voor even, een seconde of drie werd ik stoel. Het was zalig, zalig
dat hout in mijn wervels! De klop in mijn been, een bestaan
zonder bloed of gedachten. En stil te staan eeuwig. En
opgetild. En altijd die functie en een
innerlijk waaien van de bomen afkomstig.
.
Vrouw in de ruit
Ingrid de Kok
.
De Zuid Afrikaanse dichter Ingrid de Kok (1951) is niet zo bekend in Nederland. Naast auteur en dichter is ze verbonden aan de Universiteit van Kaapstad als universitair hoofddocent extramurale studies. Ze is vooral bekend als de schrijfster van het gedicht ‘woman and children first‘, een gedicht over vrouwen en kinderen die als eerste gewond raken, maar altijd als laatste worden verzorgd. Daarnaast is ze lid van PEN International, een wereldwijde vereniging van schrijvers, opgericht in Londen in 1921 om vriendschap en intellectuele samenwerking tussen schrijvers overal te bevorderen, met autonome International PEN-centra in meer dan 100 landen.
Ze debuteerde in 1988 met de bundel ‘Familiar Ground’ en tussen 1977 en 2006 werden de gedichten van De Kok gepubliceerd in talloze Zuid-Afrikaanse literaire tijdschriften, waaronder Upstream , Sesame , Staffrider , Contrast , New Contrast , New Coin en Carapace . Af en toe verschenen er ook gedichten, vertaald in het Afrikaans , in verschillende Zuid-Afrikaanse Afrikaanse kranten. In 2005 was ze als dichter te gast op het 36ste Poetry International festival in Rotterdam. Op de website van Poetry International zijn een aantal van haar gedichten vertaald door Robert Dorsman te lezen.
In de nieuwe bundel ‘Breuk in de horizon’ een bloemlezing over verzet, samengesteld door Antjie Krog, is een gedicht van haar opgenomen getiteld ‘Vrouw in de ruit’. Naast dit gedicht zijn er gedichten opgenomen van onder andere Alfred Schaffer, Koleka Putuma, Adrienne Rich, Yehouda Amichai, Nathan Trantraal, Wislawa Szymborska, Remco Campert, Lieke Marsman, Adam Zagajewski, Derek Walcott, Ingrid Jonker en Radna Fabias. Het gedicht ‘Vrouw in de ruit’ verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘Seasonal Fires’ selected poems uit 2006. De vertaling is van Anneke Brassinga.
.
Vrouw in de ruit
.
Ik ben niet de vrouw in de trein
die je hand tussen haar benen schuift
en dan uit het raam kijkt.
.
Ik ben niet de vrouw met het henna haar
op straat in de stad, die geen woord zegt
maar wenkt, je mee wenkt.
.
Evenmin ben ik de vrouw in de ruit
die kijkt naar jou die naar haar kijkt
en de ruit raakt beslagen.
.
Noch ben ik de vrouw die bij jou ligt
terwijl jij de namen roept van voorbije liefdes
zoals je ook deze roepen zult.
.
Noch ben ik de vrouw in het donker
wier stilte de meteoor is
aan de hemel van jouw gepraat.
.
Die vrouw:
voorovergebogen, jou biedend haar geslacht
als een bol knoflook, zonder te vragen;
die ene zonder vingerafdrukken,
zich verschuilend in de talisman van jouwbescherming
die ene, omstuwd door fotografen
afdrukkend haar lenige lach, haar huid:
die vrouw.
.
Ik sta aan de kant en bezie haar,
vlam, weduwmaagd, op je brandstapel.
Acrobaat vallend in een vangnet van as,
in de vlammen druipt van haar mond de was,
haar wenkbrauwen schilferen af,
uit haar geslacht laten piepkleine spiegeltjes los.
.
Jouw vrouw, nichtje, zus, tweeling.
Jij wilt dat ze brandt, veraf, stemmeloos.
Ik wil redden, en uitrukken, haar tong.
.


















